Gevonden en verloren
Je speelt hole 13 en na de afslag kom je langs de green van hole 12. Hé, wat ligt daar? Een verloren stok. Je bekijkt hem eens goed en: wat een verrassing, het is zo’n 78-graden stok, waarover je onlangs in Golfer’s Digest hebt gelezen. Met zo’n stok kan iedere knuppel een professioneel flopshot slaan met een gewone slagbeweging zonder raar te hoeven staan.
Je hebt maar 12 stokken bij je en je steekt hem in je tas. Bij de green van hole 13 aangekomen kun je je niet bedwingen. Je bal ligt net achter de green en je wil die wonderstok eens in actie zien. Je haalt de stok uit je tas en probeert het eens. Dat wordt helaas een teleurstelling, want met deze stok kun je ook zeer professioneel fluffen. Je steekt hem weer teleurgesteld in je tas. Gelukkig kom je de eigenaar van de stok tegen, die net hole 14 heeft afgerond, en je geeft hem zijn stok terug.

Na de wedstrijd vertel je ervaring in geuren en kleuren op het terras. Een andere deelnemer hoort het verhaal en krabt zich achter de oren. Kan dat zomaar, een gevonden club gebruiken? Gelukkig zitten ook de clubreferees op het terras en die weten het antwoord: neen, driewerf neen. Volgens regel 4.1b mag je een gevonden club niet gebruiken. Dat staat gelijk aan het gebruik van een club, die je leent van een andere speler. Ze vragen ook nog, of je even twee extra slagen bij je score van hole 13 wilt optellen.
Deze middag begon zo mooi, maar is net als de bal op 13 behoorlijk gefluft.