De Dijkjes
Wie van ons heeft zijn/haar balletje nooit op een van de dijkjes op hole 5, 9, 12, 15 of 18 gelegen? Als de bal daar op het schelpenpad ligt, dan wil menigeen zijn clubs heel houden en de bal naast het pad droppen. Maar waar?

Het pad is een vast obstakel volgens regel 16.1, dat men zonder straf mag ontwijken. Men zoeke eerst het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering. Dat is het punt, waar, als de bal daar zou liggen, geen belemmering voor swing of stand zou zijn. Je mag dus ook niet op het pad staan om je bal te slaan. Hiernaast is aangegeven, welke twee punten in aanmerking komen. Aangezien het ook om het dichtstbijzijnde punt gaat, is ook de afstand van je bal tot dat punt van belang. Je mag niet zelf kiezen of je links of rechts van het pad dropt.
Een ander is door uw referees gemeten en die zijn tot de volgende ezelsbrug gekomen: als je bal binnen een stoklengte van de kant ligt, moet je aan die kant droppen en anders aan de andere kant.

Nog een klein puntje ter overweging: laat de bal zo lang mogelijk op het pad liggen. Volgens regel 16.4 mag je niet zomaar de bal oppakken om te kijken, wat je gaat doen. Als je de bal opgepakt hebt, dan moet je doorgaan met de procedure dichtstbijzijnde punt z.e.b. zoeken, dropzone uitzetten en droppen. Op het dijkje van hole 18 kun je dan bijvoorbeeld tot de slotsom komen, dat je op een heel onvoordelige plek moet droppen. Als je besluit om de bal dan maar van het pad te spelen en de bal daar weer terugplaatst (want je hebt de plaats van je bal natuurlijk wel gemarkeerd, toen je hem oppakte), dan heb je een strafslag te pakken, want je hebt zonder goede reden je bal aangeraakt.